Nieuwe PFAS-norm biedt meer verantwoorde ruimte voor grondverzet
Er komt op basis van nieuw onderzoek meer ruimte om PFAS-houdende grond en bagger te verzetten. Dat schrijft staatssecretaris Stientje van Veldhoven gisteren aan de Tweede Kamer. Gebaseerd op nieuwe onderzoeken van het RIVM en Deltares biedt zij na overleg met VNG, IPO, UvW en de sector op drie fronten meer ruimte. In dit nieuwsbericht gaan wij kort in op wat deze verruimingen inhouden. De staatssecretaris maakt later deze week bekend wanneer de aangepaste normen ingaan. Dat zal naar verwachting op zeer korte termijn zijn.
1. Een definitieve en hogere achtergrondwaarde voor de landbodem
Er is een nieuwe en definitieve achtergrondwaarde voor PFOA en de overige PFAS vastgesteld en deze zijn een stuk hoger dan de tijdelijk achtergrondwaarden van november 2019. De nieuwe norm voor het toepassen van grond en baggerspecie op de landbodem bedraagt voor PFOA 1,9 µg/kg ds en voor de overige PFAS 1,4 µg/kg ds. Op basis van nieuwe metingen van het RIVM is een dataset van hoge kwaliteit verkregen en is de onzekerheidsmarge die in 2019 nog werd gehanteerd verkleind. Deze nieuwe normwaarden bieden meer mogelijkheden voor bouwers en baggeraars voor het toepassen van grond en bagger op de landbodem.
2. Ruimere normwaarden voor het toepassen van grond in oppervlaktewater
De tweede verruiming betreft dat nu dezelfde regels voor grond als voor bagger gelden. Na onderzoek blijkt namelijk dat het uitlooggedrag van grond zich in oppervlaktewater net zo gedraagt als dat van bagger. Dit betekent dat het verschil in regels tussen grond en bagger wegvalt. Hiermee kan voor PFAS-houdende grond een ruimere toepassingswaarde dan de bepalingsgrens worden aangehouden en verantwoord worden toegepast in oppervlaktewater. Uitgangspunt blijft ook hier dat het oppervlaktewater beschermd is en de kwaliteit van de bodem niet slechter wordt.
3. Meer ruimte voor toepassen grond en bagger in oppervlaktewater en diepe plassen
Ten derde komt er meer ruimte voor het verantwoord toepassen van grond en bagger in oppervlaktewater en diepe plassen. Uit onderzoek blijkt dat er een substantieel verschil is tussen concentraties PFAS in Rijkswateren en in overige regionale wateren. Daarom is er een herverontreinigingswaarde voor Rijkswateren vastgesteld en een separate landelijke toepassingswaarde voor de vrijliggende diepe plassen en diepe plassen die liggen in regionale wateren. Dit betekent dat ook voor deze plassen handelingsperspectief ontstaat om PFAS houdende grond en baggerspecie toe te passen. Voorheen was het zo dat PFAS-houdende bagger alleen toegepast mocht worden in diepe plassen die in verbinding stonden met grote rivieren.
Volgende stap
Met deze ontwikkelingen is het tijdelijk handelingskader PFAS geactualiseerd, maar nog niet definitief. In het najaar van 2020 worden nog een aantal onderzoeken door het RIVM en Deltares uitgevoerd, waarna mogelijk aanpassingen volgen. Eind 2020 wordt het concept definitieve handelingskader verwacht. Samen met medeoverheden en de sector wordt zorgvuldig gekeken welke definitieve ruimte uitvoerbaar en tegelijkertijd verantwoord is voor mens en milieu. In 2021 wordt het definitieve handelingskader vastgesteld.
In onderstaand overzicht zijn de aanpassingen van het tijdelijk handelingskader op een rijtje gezet:
Heeft u vragen over de verruimde PFAS-norm en wat dit voor u betekent? Neem dan contact op met onze PFAS expert Rob Engelen, via rob@milon.nl of via 073-5477253
Bronnen:
https://www.rivm.nl/nieuws/nieuwe-achtergrondwaarden-voor-twee-soorten-pfas